Friday, September 09, 2005

 

Populieren Harry


Artikel uit BN/DeStem van 03-09-2005

De passie van ‘populieren Harry’

Door Ronald Verstraten
Zaterdag 3 september 2005 - De populier is de sierlijst rond ons landschap. Maar de waan van de dag neemt grote happen uit die lijst.
(Foto Wim Kooyman)
Je ziet nog maar weinig nieuwe aanplant, terwijl er om de haverklap wel ergens populieren worden gekapt of daarmee bedreigd worden. En dat is een doorn in het oog van Harry Goossens, die als oud-districtshoofd van Staatsbosbeheer juist zoveel populieren in Zeeuws-Vlaanderen liet planten.
„Waar maak ik me nog druk om? Ik ben nu 82 jaar“, zegt Harry Goossens, in de overtuiging dat het allemaal zijn tijd wel zal duren. Maar het gaat hem toch aan het hart. De teloorgang van de populier, zo kenmerkend voor de Zeeuws-Vlaamse polders.„Is dat niet práchtig, dat open landschap met dat scherm van populieren op de achtergrond? Ik word er helemaal lyrisch van!“, zal hij later zeggen als we een ritje door Oost-Zeeuws-Vlaanderen maken. De passie druipt er dan van af. Maar Goossens gebruikt toch op de eerste plaats zijn nuchtere verstand. En dat zou hij van veel beleidsmakers en overheden niet durven zeggen.Thuis, aan de Kanaalkade in Axel, glijden zijn ogen eerst langs het Axelse bos, dan via Drieschouwen en het Smitschorre bos weer terug naar de krant op tafel. Een artikel van twee weken terug. Over de populieren aan de Damse Vaart in Sluis. Dertig bomen van 130 jaar oud, waarvan de gemeente Sluis en Rijkswaterstaat elk voor ongeveer de helft eigenaar zijn en ze eensgezind willen neerhalen. „Omdat er dood hout in zit? Dat zit in élke boom! Vaak worden er valse argumenten gebruikt om te kappen. Het Duumpje (natuurbeschermingsvereniging) heeft groot gelijk dat ze daar een rechtszaak tegen aanspannen.“NatuurjongensNu zou je kunnen denken dat je Goossens dus zó bij de natuurjongens kunt indelen, al doet dat laatste wellicht wat merkwaardig aan, gelet op zijn eerbiedwaardig leeftijd. Maar hij ziet zich zelf helemaal niet als natuurbeschermer. Hij is nog altijd de bosbouwer die hij was, toen hij ruim een halve eeuw geleden naar Zeeuws-Vlaanderen kwam. Tegen wil en dank, geeft hij toe. Afkomstig uit Oost-Brabant – „het land van ‘Cuuk’ oftewel Cuyk“ – vond hij Zeeuws-Vlaanderen immers maar een kaal poldergebied. Bovendien werd er in die tijd, eind jaren ’40 en begin jaren ’50 weinig aan bosbouw gedaan. Staatsbosbeheer hield zich nog volop bezig met taxeren van oorlogsschade aan bomen.„Altijd al van bossen gehouden,“ verklaart hij zijn keuze van destijds om naar de bosbouwschool in Arnhem te gaan. In 1948 begon hij stage te lopen bij Staatsbosbeheer in St. Oedenrode. Twee jaar later kwam hij naar hier. „Ik vond Brabant veel leuker, maar je had maar te gaan. Het was kiezen of delen.“ Hij kon toen nog niet bevroeden dat hij helemaal verknocht zou raken aan zijn nieuwe omgeving, er de aanplant van tal van bomen en bossen zou helpen realiseren. En uiteindelijk bij zijn pensioen in 1987 met de bijnaam ‘Populieren Harry’ Staatsbosbeheer zou verlaten.Zeeuws-Vlaanderen kroop ongemerkt snel in het bloed. „Het mooie open landschap“, begint hij te vertellen. „Vroeger stonden hier veel iepen. Maar die zijn allemaal verdwenen. Door de iepziekte. Toen ik hier kwam, was de situatie heel anders dan nu, met één waterschap voor de hele regio. Toen had elke polder nog zijn eigen bestuur. Ze plantten populieren op de dijken, om die na 25, 30 jaar te kappen. Dat deden ze om de opbrengst. Dan hadden ze weer geld voor het onderhoud van de wegen. Vandaar dat er altijd naar de populier wordt gekeken als een productieboom.“ Maar het is ook de oorzaak van een groot misverstand: „Populieren zijn op die leeftijd wel kapbáár, maar dat is iets anders dan kaprijp!“ Toen hij hier begon, heeft hij in zijn eigen woorden ‘ontzaglijk veel geplant’. „Ik probeerde grond aan te kopen voor Staatsbosbeheer, om meer bossen te krijgen. Vaak ging dat in het kader van een ruilverkaveling. Zo is er 300 hectare aangeplant rondom Axel, in de ruilverkaveling Koewacht. Niet alleen populieren hoor, ook eiken, beuken, essen. Want daarvoor waren er meer mogelijkheden dan op dijken. In het Smitschorre gebied hebben we zelfs nog dennen geplant. Al is daar ook weer veel van verdwenen, ten behoeve van het golfterrein.“Hij praat in de verleden tijd. Vertelt over de ogenschijnlijke tegenstrijdigheid van enerzijds bosbouwer en anderzijds zijn betrokkenheid bij de motorcross-sport. Het ene zat het andere niet in de weg, want hij was lang internationaal jurylid bij wedstrijden en voorzitter van de plaatselijke club die haar terrein in datzelfde Smitschorre heeft. Het geeft maar aan, dat de tegenstelling tussen natuur en recreatief gebruik niet altijd op scherp hoeft te staan. Toen hij met pensioen ging, vond hij het jammer dat het voorbij was. „Na bijna 40 jaar koning in je eigen rijkje. Je kon op een gegeven moment je gang gaan. Plus het feit dat je erg ‘populier-minded’ was.“ Dat waren zijn opvolgers minder. „Staatsbosbeheer is veel veranderd. Tot 20 jaar geleden waren ze vooral bezig met bossen. Daarna meer met natuurgebieden. Ik heb wel eens tijdens een vergadering gezegd: jullie zouden je naam beter veranderen in Staatsnatuurbeheer.“Het gevolg van die koerswijziging was volgens hem dat de populier louter nog als productieboom werd gezien. „Gedegradeerd tot minderwaardig groen. Dat is zo jammer. Want ze zijn zó bepalend voor het Zeeuws-Vlaamse landschap. Afijn, voor heel Nederland. Vaak hoor je dan: het zijn alleen maar rijtjes. Toch vond iedereen ze prachtig! Maar het kwam de vernieuwers in hun kraam te pas om te zeggen: niemand vindt ze mooi. En wat krijg je dan? Ze lichten instanties als waterschappen en gemeenten voor. Die leggen hun oor te luister. Met als gevolg dat de populier steeds verder werd teruggedrongen.“ Hij drukt het onbedoeld plastisch en daardoor ongewild komisch uit, „de populier wordt de grond ingeboord.“ Maar voegt er haastig aan toe dat hij niets heeft tegen andere boomsoorten. „Alleen, ik vind: op de Zeeuwsvlaamse dijken horen populieren thuis. Andere bomen kunnen dan ergens anders staan.“Er volgt een korte cursus populier: In Oost-Zeeuws-Vlaanderen stond vroeger vooral de populus serotina, bijgenaamd de Zeeuwse blauwe, terwijl in West Zeeuws-Vlaanderen de witte (populus marilandica) overheerste, een ‘kloon’ van de Canada populier die ook wel ‘Brabantse stander’ werd genoemd. Maar er is in de loop der tijd – „net als in de veeteelt“ – voortdurend gekruist en gekloond om snellere groei en betere kwaliteit te krijgen. Daaruit ontstond eind jaren ’60 onder andere de robusta, met weer verschillende ondersoorten, waaronder de populus Zeeland, die in grote aantallen is aangeplant. In de laatste decennia is daar de unal bijgekomen, een zeer snel groeiende soort, die in tien jaar tijd al net zo dik is, als vroegere soorten in dertig jaar.Een heel andere boom is de zogenaamde Italiaanse populier. Een hele ranke soort, vooral gekweekt ten behoeve van windschermen rond boomgaarden, maar solitair niettemin een fraaie verschijning. De naam is waarschijnlijk ontstaan doordat de boom is gekweekt in de Po Vlakte, maar het is een kruising van verschillende Canadese populieren. De populus canadensis, oftewel Canada populier, heeft zijn wortels in twee continenten, want het is een kruising tussen de Europese en Amerikaanse zwarte populier (populus nigra).Het hout van populieren wordt nog gebruikt voor onder andere fineer en pallets. Vroeger werden er veel klompen van gemaakt. Maar ook complete schuren. „Geteerd, die rotten nooit,“ geeft Goossens de duurzaamheid maar even aan. Kappen dus maar, voor de handel? Ja, op den duur. „Maar dat ze na 30 jaar kapbaar zijn, is geen reden. Ze kunnen gemakkelijk 60 jaar doorgroeien. Er worden altijd ‘gezochte’ argumenten gebruikt. De boom staat scheef. Er zit dood hout in. Het hout is broos, ze zijn ziek. Er vallen takken uit. Maar er valt uit elke boom wel eens een tak. Het zijn waardeloze argumenten, ze houden geen steek.“GezondHij geeft het Axelse bos als voorbeeld. Van in de jaren ’50 aangeplante populieren werd op een gegeven moment ook gezegd dat ze ziek zouden zijn en konden omwaaien. Goossens protesteerde tegen het voornemen om ze te kappen. „En nu staan ze er nog. Zo gezond als een snoek. Hoe jammer zou dat zijn geweest, als die omgegaan waren? Mensen laten zich zo vaak verkeerd adviseren en die natuurmensen doen de populier vaak af als een waardeloze boom.“ Hij maakt zich dan ook zorgen om een toekomst, waarin ‘het beleid wordt gemaakt door populierenhaters’. Zijn oproep is dan ook een ‘cri de coeur’ zoals hij het zelf zegt, een hartenkreet: „laat iedereen toch nadenken over waar we mee bezig zijn. Mensen zijn nu eenmaal gemakkelijk te beïnvloeden door allemaal tut-argumenten. Gevaar? Als je in de auto stapt, loop je ook gevaar. Dat hoort er nu eenmaal bij.“ Dus stappen we even later in de auto, rijden langs talloze populieren in het opvallend groene Axel. Goossens wijst op die ‘peppels’ en vertelt en passant dat de oude gemeente Axel de hoogste boomdichtheid heeft van heel Nederland. Van de nog iele esjes, verderop langs de weg, is hij niet gecharmeerd. „Weet je wat het is, op een gegeven moment zeggen ze: de populieren zijn kaprijp, maar dan zitten we met een kaal stuk. Nou als je er dan van die langzaam groeiende boompjes voor in de plaats zet, blijft het nog jarenlang kaal.“Op de boerderij van zijn dochter, in de buurt van Absdale, laat hij zien dat het ook anders kan en op verschillende manieren. De oprijlaan begint met een zestal unals. Ze staan er nog maar een jaar of tien, maar zien er volwassen uit. Het enige verschil met de robusta’s die in het volgende deel staan, is de bast, die bij de unals nog glad is en nauwelijks verweerd. Terwijl beide soorten kaarsrecht de elementen trotseren, buigen tientallen oude Zeeuwse blauwe populieren tamelijk scheef naar het oosten. Ze neigen met de wind mee en doen dat al zo’n 80 jaar. Hier wordt Goossens weer helemaal lyrisch. Aait vertederd over de diepe groeven van de gerimpelde bast. „Dit is toch en duidelijk voorbeeld van wat een kletsverhaal het is, dat ze na 30 jaar kaprijp zijn. Moet je zien hoe mooi!“

Comments: Post a Comment

Subscribe to Post Comments [Atom]





<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?

Subscribe to Posts [Atom]